Wet tot regeling pensioenen voor de reserve-adjudanten-onderofficier van de landmacht
Artikel 2
1
De in artikel 1 bedoelde onderofficieren worden beschouwd als vrijwillig dienende militairen in den zin van artikel 2 der Militaire Weduwenwet 1922, ook al zouden zij reeds als gepensionneerd militair voor hunne weduwen en weezen aanspraak op pensioen hebben op grond van voormelde wet.
2
Onderofficieren, als in artikel 1 bedoeld, die in het tijdvak van 1 Januari 1918 tot 1 Juli 1922 als zoodanig zijn gepensionneerd, worden uit dien hoofde van 1 Januari 1920 af beschouwd als gepensionneerde militairen in den zin van artikel 3 onder a der Militaire Weduwenwet 1922, ongeacht of zij al dan niet reeds als gepensionneerd militair voor hunne weduwen en weezen uitzicht hadden op pensioen ten laste van het weduwen- en weezenfonds voor militairen en gepensionneerde militairen van de landmacht.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.